Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

Separatie

KC21-042 08 december 2021

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

 

Inzake : [klaagster]
Klachtnummer : KC21-042
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 25 november 2021
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Hoorzitting : 6 december 2021 (digitaal via Starleaf)
Datum uitspraak  : 9 december 2021

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[klaagster] (klaagster)

[patiëntenvertrouwenspersoon] (PVP)

 

[verweerder] (verweerder)

 

[voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[lid 1] (psychiater)  `

[lid 2] (lid)

 

[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

Klacht

  1. Dwangmedicatie
  2. Insluiting

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 25 november 2021 een klacht ontvangen inzake dwangmedicatie en insluiting als onderdeel van de verplichte zorg. Op 26 november 2021 zijn partijen uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 1 december 2021 ontvangen en per mail naar betrokkenen gezonden.     

De hoorzitting heeft plaatsgevonden op 6 december 2021 middels videoconferentie. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten.  

Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de volledige uitspraak uiterlijk op 9 december 2021 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.      

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht en klaagschrift;

-           Verweerschrift;

-           Behandelplan 30-8-2021;

-           Beschikking crisismaatregel d.d. 2-11-2021;

-           Beschikking verlengde crisismaatregel d.d. 5-11-2021;

-           Product 22 Verlenen verplichte zorg d.d. 5-11-2021;

-           Verzoek voortzetting CM d.d. 3-11-2021;

-           Medische verklaring CM d.d. 2-11-2021;

-           Rapportage periode 1-11-2021 t/m 30-11-2021;

-           Decursus periode 28-10-2021 t/m 2-11-2021.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte medicatie en insluiting als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 9 december 2021.

 

Feiten

Het betreft een [leeftijd] jarige vrouw bekend met een schizoaffectieve/bipolaire stoornis. Ook is er sprake van comorbide stoornissen in de vorm van licht verstandelijke beperking, cerebrale paralyse en parkinsonisme door neuroleptica of andere medicatie. Klaagster is bekend met impulsieve suïcidepogingen.

Op 5 november 2021 is een verlengde crisismaatregel afgegeven voor de duur van 3 weken.  

 

Standpunten van partijen

PVP licht ter zitting de klacht toe. Klaagster stemt in met de huidige medicatie maar is bang dat de dosering verhoogd gaat worden waardoor de bijwerkingen, in de vorm van vermoeidheid en duizeligheid, zullen toenemen. Klaagster is al een keer flauwgevallen. Ze is bang dat ze uiteindelijk in een rolstoel beland.

Ten aanzien van de separatie geeft PVP aan dat klaagster instemt met de afwisseling tussen haar eigen kamer en de afzonderingskamer die zich tegenover de kamer van klaagster bevindt. Klaagster gaat niet akkoord met separatie omdat ze dat als te ingrijpend ervaart. In september werd klaagster duizelig in bed. Ze kon niet opstaan en daarom geen po gebruiken. Ze heeft daarom haar behoefte in bed gedaan. Daar is klaagster erg van geschrokken.  

 

Verweerder heeft begrip voor de weerstand van klaagster tegen de medicatie maar geeft aan dat de extra Lorazepam noodzakelijk was. Klaagster verbleef destijds in de separeer. De extra medicatie was nodig om tot rust te komen en de separatie te verkorten. Zo kon klaagster eerder naar haar eigen kamer. Verweerder vult aan dat er gestart gaat worden met het afbouwen van de extra Lorazepam. Klaagster is inderdaad een keer gevallen aldus verweerder maar er zijn allerlei voorzorgsmaatregelen genomen om dit te voorkomen. 

Ten aanzien van de separatie op 1 november jl. licht verweerder toe dat het verblijf in afzondering niet afdoende was. Klaagster schreeuwde en liet suïcidaal gedrag zien. Zij was een gevaar voor zichzelf en het risico was aanwezig dat haar gedrag agressie bij anderen zou oproepen. Zo snel als mogelijk is afgeschaald naar de afzonderingsruimte aldus verweerder. Klaagster betwist dat en benoemt dat ze langer in de separeer verbleef omdat er elders geen plek was.  

Verweerder kan dit niet bevestigen. Hij heeft in het dossier gelezen dat klaagster snel overprikkeld raakt op haar kamer en op de groep. Als dat vermindert worden de contactmomenten weer uitgebreid.

 

Aan het eind van de zitting vraagt klaagster aan verweerder of ze weer naar creatieve therapie mag. Ze verveelt zich een beetje op de afdeling. Ook wil ze graag weer naar yoga en PMT. Ze benoemt dat ze de therapieën en de behandeling nodig heeft om weer beter te worden en naar huis te kunnen. De zorgmachtiging is in overleg met haar aangevraagd vertelt klaagster. ‘Ik heb een heel destructief karakter en kan er alleen van af komen bij Pro Persona’ aldus klaagster.

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een [leeftijd] jarige vrouw bekend met een schizo affectieve stoornis/bipolaire stoornis.

Klaagster klaagt over haar medicatie Lorazepam en insluiting. Klaagster heeft last van bijwerkingen van Lorazepam, is bang om flauw te vallen. Klaagster heeft enkele dagen in de separeer doorgebracht en verblijft regelmatig op de afzonderingskamer. Verweerder geeft aan dat door het gebruik van het medicijn Lorazepam het verblijf in de separeer is verkort. Klaagster is aanvankelijk op vrijwillige basis opgenomen, later is een (verlengde) crisismaatregel aangevraagd. Momenteel loopt er een aanvraag voor een zorgmachtiging. De verplichte medicatie is besproken met klaagster op 2 november 2021 en de schriftelijke kennisgeving op 8 november uitgereikt.

 

De commissie kan de inhoudelijke overwegingen van verweerder als passend kwalificeren.

Verweerder heeft gekeken naar alternatieven, is in gesprek gebleven met klaagster en bouwt het medicijn Lorazepam stapsgewijs af. Door de tijdelijke verhoging van het medicijn is het verblijf in de separeer bekort. Klaagster geeft in de hoorzitting aan dat zij geen problemen heeft met de afzonderingskamer, die is recht tegenover haar eigen kamer. Het medicijn Lorazepam is veilig en passend om het ernstig nadeel te beperken, naast het doel om de opname van klager zo kort mogelijk te laten zijn.

Op basis van bovengenoemde gronden acht de klachtencommissie de klachten ongegrond.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart beide klachten ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

Aldus besloten te Wolfheze, 8 december 2021

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 4